Skip to main content

Een apotheker die niet alleen pillen uitdeelt, maar ook praat. Een taalhuiscoördinator die de bestuurder van de woningcorporatie persoonlijk uitnodigt voor een bijeenkomst. Zo maar twee voorbeelden van bruggenbouwers, tijdens een inspiratiemiddag van het Expertisepunt Basisvaardigheden. ‘De buurvrouw kan het, de leerkracht en de wethouder.’

Als iemand moeite heeft met de basisvaardigheden lezen en taal, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden, dan is de kans groot dat deze persoon niet volledig mee kan doen in de samenleving, vertelt Madelief Timmers van het Expertisepunt Basisvaardigheden in haar welkomstwoord. ‘Het lukt bijvoorbeeld niet om een DigiD aan te vragen, om de administratie bij te houden of om de kinderen te helpen met hun schoolwerk.’ Het kan ook zorgen voor andere problemen zoals geldzorgen en gezondheidsproblemen, vult haar collega Sjaan Steinmetz aan. Het vraagt van professionals dat die naar iemands hele leven kijken en het vraagt van organisaties en gemeenten dat ze een samenhangende aanpak organiseren. Oftewel: dat ze bruggen bouwen.

Veel soorten bruggen

Op 1 december 2025 kwamen over dat onderwerp meer dan honderd sociaal werkers, taalhuisprofessionals, beleidsmakers en ervaringsdeskundigen bij elkaar in de bibliotheek Neude in Utrecht. Bruggen bouwen kan op veel manieren, vertelt Timmers. ‘Het kan gebeuren  tussen twee mensen, tussen verschillende organisaties of tussen gemeentelijke domeinen, bijvoorbeeld volwasseneneducatie en werk en inkomen.’ Bovendien kunnen veel verschillende mensen bruggen bouwen. Steinmetz: ‘De buurvrouw kan het doen, een leerkracht op school, de huisarts, de taalhuiscoördinator of de wethouder. ‘Het kan groots zijn, maar ook kleine acties kunnen een wereld van verschil maken.’ 

Beter meedoen

Negen van de tien mensen die gebruik maken van het aanbod om de basisvaardigheden te versterken, kunnen daarna beter meedoen aan de samenleving. Dat blijkt uit onderzoek van Maurice de Greef van de UNESCO Leerstoel Volwasseneneducatie aan de Vrije Universiteit Brussel. Als de docent de goede diploma’s heeft, dan helpt dat enorm, vertelt hij in een vooraf opgenomen interview. Het minder goede nieuws van De Greef gaat over Nederland. Zijn onderzoek laat namelijk ook zien dat het aanbod voor mensen die aan hun basisvaardigheden willen werken, in Nederland veel minder goed is georganiseerd dan in Vlaanderen. 

Minder geld en versnippering

‘In Nederland is er minder geld beschikbaar dan in alle andere landen in Noordwest-Europa’, zegt De Greef. ‘Er zijn bovendien veel verschillende aanbieders van volwasseneneducatie en die wisselen elkaar ook nog eens snel af. Dat komt omdat ze elk jaar opnieuw moeten meedoen aan een aanbesteding.’ Het is dus elk jaar de vraag of ze het volgende jaar opnieuw geld krijgen van de gemeente om hun werk te kunnen doen. Verder werken er in Nederland in vergelijking met bijvoorbeeld Vlaanderen veel vrijwilligers in de volwasseneneducatie. ‘Zij zijn fantastisch, maar krijgen weinig ondersteuning door beroepskrachten.’

Apotheek Pillen en Praten

De naam zegt het al: bij Apotheek pillen en praten in Den Haag gaat het niet alleen om medicijnen. Er is volop aandacht voor de basisvaardigheden. Mensen krijgen hier niet de standaard bijsluiter mee, maar een compacte mondelinge uitleg over het gebruik, plus eenvoudige plaatjes en filmpjes om thuis te bekijken. Eigenaar Esmaa Amer is een echte bruggenbouwer. Uit de gesprekken met de mensen blijkt soms dat er meer nodig is dan medicijnen. Dat kan zijn vanwege geldzorgen of eenzaamheid. Of beperkte basisvaardigheden: als mensen elke maand om dezelfde uitleg vragen of als ze steeds ‘doe maar hetzelfde als de vorige keer’ zeggen.

Sleutelcompetenties

Inge Schuurmans is de directeur van Ligo Antwerpen en zij werkt de vergelijking tussen Nederland en Vlaanderen verder uit. ‘Ligo is het centrum voor Basiseducatie’, legt ze uit. ‘Vlaanderen is verdeeld in dertien regio’s en elke regio heeft zijn eigen Ligo. Een van de mooie dingen van de aanpak is dat het niet uitmaakt aan welke basisvaardigheid iemand werkt, iedereen werkt ook altijd aan de sleutelcompetenties. Dat zijn bijvoorbeeld het leren leren, problemen oplossen en keuzes maken.’

Wettelijke regeling

Een belangrijk verschil tussen Vlaanderen en Nederland is de manier waarop de volwasseneneducatie wettelijk geregeld is. In Vlaanderen richten de Ligo’s zich zowel op inburgeraars als op mensen die Nederlands als eerste taal hebben (NT1’ers). ‘Het maakt niet uit wat de eerste taal is van iemand, het gaat om de vraag wat iemand wil leren.’ In Nederland is dat anders: via de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is er geld om de basisvaardigheden van NT1’ers te versterken, en via de Wet inburgering 2021 is er geld voor inburgeraars. Dat vergroot nog eens de versnippering die De Greef ook al noemde. 

Schoolapp

Schuurmans laat met als voorbeeld het aanbod voor ouders van jonge kinderen zien hoe het in Vlaanderen werkt: ‘Zij komen naar de school waar ook hun kinderen zitten, om hun eigen basisvaardigheden te versterken. Daar werken ze bijvoorbeeld aan hun digitale vaardigheden door te leren werken met de schoolapp. Ze werken ook aan oudercompetenties, bijvoorbeeld door te leren wat gangbaar is bij het aanspreken van de leerkracht. Het is een traject van een jaar en voor wie het van toepassing is, geldt het tegelijk ook als inburgeringstraject. Voor alle trajecten geldt: leren door te doen, op de plek waar mensen sowieso al zijn.’

Publiek in de congreszaal

De Ervaringsraad van het Expertisepunt Basisvaardigheden

Moeite hebben met basisvaardigheden werkt door in het hele leven. Daarom is de kennis van mensen die het zelf elke dag meemaken heel belangrijk bij het bouwen van bruggen voor een samenhangende aanpak. De ervaringsraad van het Expertisepunt Basisvaardigheden denkt hierover mee. René Mannessen is een van de zeven ervaringsraadsleden. ‘Alle leden hebben een andere achtergrond. Zelf ben ik vier jaar geleden ontslagen omdat ik niet goed mee kon komen met de computer. De mevrouw van de re-integratie is voor mij een belangrijke bruggenbouwer geweest. Zij gaf me rust en vertrouwen en dat zorgde ervoor dat ik de stap naar Toptaal durfde te maken. De eerste keer is ze mee geweest en toen merkte ik dat de andere mensen daar ook laaggeletterd zijn.’ Film en gesprekshandleiding: ‘De Ervaringsraad’ | Expertisepunt Basisvaardigheden.

Recht tot het hart

In een van de workshops komen de onzekere financiering en de gescheiden geldstromen voor NT1 en NT2 opnieuw aan de orde. Het ziet er niet naar uit dat het landelijke beleid in dat opzicht op korte termijn verandert. Sommige gemeenten voegen daarom nu zelf de afzonderlijke geldstromen samen, zodat er een meer samenhangend aanbod kan komen. Marie-José Stobbe, taalhuiscoördinator in de kop van Noord-Holland, vertelt in deze workshop hoe ze de film van de ervaringsraad Expertisepunt Basisvaardigheden inzet om de bewustwording te vergroten. ‘De film spreekt recht tot het hart. Drie vrouwen nemen de kijker mee in hun dagelijks leven en laten zien hoe ingrijpend het is als je moeite hebt met basisvaardigheden. Ik wilde hem aan zo veel mogelijk mensen laten zien. Bij de bijeenkomst die ik organiseerde waren er zestig mensen vanuit de zorg, het welzijnswerk, de kringloopwinkel en van gemeenten. Ook de bestuurders van alle vier de woningcorporaties waren er. Toen de eerste drie zich aangemeld hadden, heb ik de vierde persoonlijk benaderd en die kwam vervolgens ook.’ 

Huisartsen in shock

Bijzonder aan de aanpak van Stobbe is ook dat ze per groep het specifieke belang benadrukt: ‘Bij de zorg onderstreep ik dat mensen met sterkere basisvaardigheden bijvoorbeeld beter begrijpen waarom en hoe ze hun medicijnen moeten innemen. Bij de woningcorporatie leg ik uit dat achter vreemd gedrag soms communicatieproblemen schuil gaan.’ Ook Nancy Ronosetiko, taalhuiscoördinator in de regio Westfriesland, organiseerde een vergelijkbare kennissessie. Dat leverde veel op, onder andere bij de huisartsen: ‘Ze waren in shock toen ze hoorden dat de helft van de laaggeletterden Nederlands als eerste taal heeft. Ze hebben de informatie op hun website nu toegankelijker gemaakt en ze voeren de gesprekken met de patiënten anders.’

Alledaagse wiskunde

In een van de andere workshop was het onderwerp ‘Kijken met een gecijferdheidsbril.’ Monica Wijers en Rosa Alberto van de Hogeschool Utrecht nemen de deelnemers aan de hand van foto’s mee door het eerste half uur van de dag. De wekker, de weegschaal, het weerbericht en de ingrediëntenlijst op het pak yoghurt zijn nog maar een paar voorbeelden van situaties waarin gecijferdheid nodig is. ‘Het is dus niet het schoolse rekenen’, zegt Wijers, ‘het gaat om alledaagse wiskunde die je overal tegenkomt.’ 

Bruggenbouwerstip

Anders dan bij beperkte taalvaardigheden, heerst er nauwelijks een taboe op moeite hebben met gecijferdheid. Mensen vertellen dat juist vaak en doen er soms wat lacherig over, merkt Wijers. Ze raadt professionals en vrijwilligers echter aan om het wel serieus te nemen. ‘Benoem vooral zaken waar gecijferdheid belangrijk bij is die iemand wél kan: je kunt toch prima koken, je gebruikt buienradar, dat soort dingen.’ Alberto laat zien dat het aantal mensen dat moeite heeft met gecijferdheid ongeveer even groot is als het aantal dat moeite heeft met taal, terwijl het aanbod op taal veel groter is. Ze geeft ter afsluiting een belangrijke bruggenbouwerstip mee aan de deelnemers: ‘In het taalaanbod zitten volop mogelijkheden om te oefenen met gecijferdheid.’ Gaat het over het weer, dan kun je het hebben over temperatuurschommelingen. Gaat het over boodschappen doen, dan kun je een opdracht met een kortingspercentage behandelen. Kortom: ‘Grijp die kansen.’

Tekst: Tea Keijl

Dagelijks leven en vrije tijd Digitale vaardigheden Participatie en werk Praktijkvoorbeeld Gemeente Ervaringsdeskundigen Vrijwilligers Sociaal domein
Terug naar boven

Op de hoogte blijven?

Heb je interesse in meer informatie over basisvaardigheden? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.