Digitaal meedoen: kan iedereen dat?
Online zaken regelen lijken we tegenwoordig maar heel gewoon te vinden. Maar dat geldt lang niet voor iedereen. Veel mensen in ons land die moeite hebben met taal en/of rekenen zijn vaak ook digitaal minder vaardig. Adviseur Reint van der Vlis komt met een opvallende waarschuwing. “Digitale vaardigheden van jongeren worden heel erg overschat.”
Jong en oud: het digitaal meedoen in onze maatschappij blijkt lastig in de praktijk. De lijst met dagelijkse digitale bezigheden is erg lang. Het hebben en gebruiken van een DigiD, een patiëntenportaal, je kind afmelden in een schoolapp. Overal worden digitale vaardigheden verwacht. Ongeveer 20% van de Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar beheerst niet het basisniveau voor digitale vaardigheden. Mensen met lage digitale vaardigheden zijn vaak ook laaggeletterd.
Ook jongeren hebben hulp nodig
En opvallend: het feit dat jongeren ‘de hele dag op hun tablet of mobiel lijken te zitten’, wil niet zeggen dat zij digitaal goed in staat zijn om bepaalde zaken te regelen. Reint van der Vlis maakt zich daar grote zorgen over. “Als we daar niet genoeg aandacht aan besteden, lopen deze jongeren straks vast, net als de generaties vóór hen met lezen en schrijven”, zegt de Rotterdamse adviseur met jarenlang onderwijskundige ervaring. Maar liefst 12% van de jongeren scoort niveau 0, terwijl niveau 1 nodig is om mee te kunnen doen in de digitale samenleving. Jongeren komen daardoor sneller in de schulden. En het beïnvloedt bovendien hun kansen op de arbeidsmarkt.
Inclusief: dus met en voor iedereen
En dus is het zaak om de basisvaardigheden taal, rekenen en digitale vaardigheden in samenhang aan te bieden. Reint: “Zorg in je taal- en rekenactiviteiten altijd voor een digitale component. Vaak gebeurt dat al wel, denk aan het huiswerk via de app of informatie online opzoeken. Maar we moeten ons er bewust van blijven dat het enorm belangrijk is.” Volgens hem blijft anders de digitale kloof groeien. Het is belangrijk dat het inclusief blijft en iedereen mee kan blijven doen.
Goede voorbeelden
Daarnaast hebben veel mensen last van wantrouwen. “Zij vinden het bijvoorbeeld eng om iets digitaals te doen. Of het werkt niet, hebben ze dan van anderen gehoord.” En dat terwijl banken, gemeenten en andere organisaties een digitale handeling of product presenteren als veilig en gemakkelijk. Toch komen ook gemeenten gelukkig steeds meer in actie voor deze doelgroep. “Dan sturen ze een energiecoach langs om te kijken waar men energie kan besparen. Samen met zo’n coach willen mensen dan wél een app invullen”, vertelt Reint.
Wakker schudden en confronteren
“Professionals en beleidsmakers moeten zich hier bewust van worden. We moeten mensen wakker schudden en hen ermee confronteren”, legt Reint uit. Als voorbeeld geeft hij de inzet van taalambassadeurs. Samen met deze ervaringsdeskundigen wil hij de onwetendheid bestrijden. “Het kost heel veel mensen moeite om zich voor te stellen dat anderen moeite hebben met digitale vaardigheden.” Want in de praktijk is het dus voor velen allemaal niet zo gemakkelijk en logisch.
Digitale vaardigheden voor het leven
Volgens Reint is maatwerk nodig. “Dat begint natuurlijk met dat iedereen een apparaat – en een abonnement - heeft om digitaal mee te kunnen doen. Laten we dan kijken naar wat iemand precies nodig heeft.” Voor de een is dat leren beeldbellen en e-mails schrijven, terwijl een ander meer gebaat is bij online roosters maken of leren declaraties invoeren. “Kijk naar wat binnen de eigen leefwereld nodig is om de juist digitale vaardigheden voor het leven te leren. Want hoe langer we wachten, hoe groter de digitale kloof straks wordt.”