Skip to main content

Laaggeletterden zijn relatief vaker werkloos. Ze zijn drie keer vaker afhankelijk van een bijstandsuitkering dan niet-laaggeletterden. Ook zijn ze vaak langer afhankelijk van de bijstand. Het is lastiger om hen te bemiddelen naar een baan. Omdat ze moeite hebben met bijvoorbeeld het maken van een cv, zoeken van vacatures, schrijven van sollicitatiebrieven en eventueel omscholen naar ander werk.

Bron

Een deel van de mensen die een uitkering aanvragen bij de gemeente is vermoedelijk laaggeletterd. De belangrijkste doelgroep bij het screenen zijn bijstandsgerechtigden die Nederlands als moedertaal hebben of mensen met een migratie-achtergrond die wel voldoende kunnen spreken. Het valt dan vaak niet op dat deze mensen onvoldoende basisvaardigheden hebben. Zij kunnen worden herkend met behulp van een screeningsinstrument, zoals een Basismeter, een Taalverkenner of de contextgerichte vragen.

Zo’n screeningsinstrument wordt ingezet binnen het bestaande werkproces van een organisatie. En geeft een indicatie of er sprake is van laaggeletterdheid. Het is belangrijk om te weten dat de screeningsinstrumenten geen niveaubepaling of toetsresultaat geven. De uitslag van het screenen is een aanleiding om met een (mogelijk) laaggeletterde in gesprek te gaan en hem/haar verder te helpen. Bijvoorbeeld door diegene te verwijzen naar een taalcursus. Uit meerdere pilots is gebleken dat screenen leidt tot een duurzamere uitstroom uit de bijstand dankzij passende begeleiding.

Basis over basisvaardigheden Geldzaken Participatie en werk Instrument Interventie Gemeente NT1 NT2
Terug naar boven

Op de hoogte blijven?

Heb je interesse in meer informatie over basisvaardigheden? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.