Hoe kun je gecijferdheid op een leuke manier toevoegen aan je taaloefeningen?
Geletterdheid en gecijferdheid gaan vaak samen. Ongeveer 1,5 miljoen mensen in Nederland hebben zowel moeite met lezen en schrijven als met cijfers. Cijfers spelen minstens zo’n grote rol in het dagelijks leven als taal. Denk aan klokkijken, treintijden, koken, je rekening beheren, kleding maten, boodschappen doen, de weersverwachting, je agenda en tijden plannen. Overal zijn cijfers. Maar hoe voeg je dit als vrijwilliger nu op een leuke manier toe aan je taalactiviteiten?
Begin met een praatplaat
Ga in gesprek aan de hand van foto’s van alle dagelijkse situaties waarin cijfers een rol spelen. Op de website https://gecijferdheidteltmee.nl/praatplaten-12-alledaagse-themas/ vind je praatplaten over alledaagse thema’s zoals geld, gezond leven en boodschappen. Bespreek welke situaties je deelnemer lastig vindt en ga daarmee aan de slag.
Geen droge sommen oefenen, pas het toe.
Bespreek in welke context mensen cijfers nodig hebben. Als je begint met losse rekensommen dan haken mensen snel af. Begin met situaties die je deelnemer herkent. Neem bijvoorbeeld een folder mee van de supermarkt en laat je deelnemer een boodschappenlijstje schatten qua prijs. Bekijk samen de weerapp en bespreek wat je ziet en wat je eruit kunt afleiden. Of bespreek een planning. Je moet ergens om 14.30 uur zijn, het is nu 14.15 uur. Hoeveel tijd heb je nog?
Maak het concreet
Wil je iemand helpen om een gecijferd probleem op te lossen? Maak het dan zo concreet mogelijk. Dat kan door het gewoon te laten doen. Hoeveel kosten 3 pakken koffie van 4 euro? Neem speelgoedgeld en tel de euro’s uit op tafel. Of laat het schematisch tekenen op papier. De som van 3x4 die je zelf zou maken, kan te abstract zijn. Laat mensen rekenen op hun eigen manier, ook als die wijze in jouw ogen onhandig is.
Gebruik situaties uit het dagelijks leven
Ga uit van de leefwereld van je deelnemers. Waar lopen ze nu tegenaan in hun dagelijks leven? Willen ze weten of een aanbieding echt voordelig is? Vinden ze het lastig om hun tijd in te plannen? Willen ze koken met recepten? Als je aansluit bij je deelnemers is hun motivatie om aan de slag te gaan het grootst.
Gebruik één term & schrijfwijze
Werk niet met verschillende woorden om hetzelfde te zeggen. Kies voor bijvoorbeeld 1/5e, een vijfde deel, 1 op de 5 óf 20 procent. Zo houd je het overzichtelijk en herkenbaar voor je deelnemer. Let ook op termen die misschien niet bekend zijn: vierkante meter, ton, diameter, vermenigvuldigen, deciliter, m3.
Materialen die je kunnen helpen bij het werken aan gecijferdheid.
- Succes! Rekenen – verschillende boekjes (thuis, gezondheid, koken, klussen, geld). Kies een boekje uit, afhankelijk van de interesses van je deelnemer. In de basishulp bij Succes! Rekenen vind je rekenkaarten met uitleg en oefensuggesties voor allerlei rekenproblemen.
- SpreekTaal - in de volgende modules zitten situaties met cijfers: SpreekTaal 1, 2, 3: Geld (vaste lasten), SpreekTaal 1, 2: Dag en tijd (aantal weken vakantie), SpreekTaal 1, 2 Reizen (prijs treinkaartje), SpreekTaal 1, 2 Kopen (kassabon), SpreekTaal 1: Bellen.
Kijk voor de materialen op www.startpuntvrijwilligers.nl.
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Bekijk dan het webinar dat we hierover organiseerden of lees het artikel over het belang van gecijferdheid.
Wil je meer doen met gecijferdheid in je taalactiviteiten? Of merk je dat je deelnemer behoefte heeft aan uitgebreidere rekenvaardigheden? Overleg dan met je coördinator of het taalhuis of je deelnemer aan een rekenvrijwilliger gekoppeld kan worden. Of informeer welke mogelijkheden er zijn om zelf een verdiepende training hiervoor te volgen.
Veel succes!