Het ZakgeldProject: Hoe geef je ervaringskennis en -deskundigheid een centrale rol in elke fase van je project?
Hoe ga je als ouder om met zakgeld geven als er thuis niet veel geld is? Of als je zelf nooit zakgeld hebt gekregen? Goed leren omgaan met geld kan de kans op financieel risicogedrag verkleinen. Dit is belangrijk om financiële problemen en schulden te voorkomen. Om gezinnen te ondersteunen deze vaardigheden te versterken, ontwikkelde de Werkplaats Sociaal Domein Arnhem en Nijmegen (HAN) in samenwerking met ouders, kinderen en mensen met ervaringskennis en -deskundigheid het ZakgeldProject.
Het ZakgeldProject richt zich op het voorkomen van generatiearmoede, het bevorderen van financiële vaardigheden en het leren zelfstandig omgaan met geld. Daarnaast is het ZakgeldProject inmiddels ook een voorbeeld van hoe je ervaringskennis en -deskundigheid een centrale rol kunt geven in je project. Het project richt zich op ouders en kinderen die anders dreigen door het ijs te zakken. Over het ZakgeldProject, en in het bijzonder de rol van ervaringskennis en -deskundigheid, spraken we met Bibi Ansari, ervaringsdeskundige en onderzoeker bij de HAN, en met Janneke Lakerveld, docent-onderzoeker bij de HAN. Beide zijn ze nauw betrokken bij het project.
Over het ZakgeldProject
Tijdens het ZakgeldProject krijgen kinderen van 6-12 jaar zes maanden lang elke week zakgeld. Door trainingen en workshops voor én door ouders en kinderen, leren zij hiermee om te gaan. Denk aan bijeenkomsten over (zak)geld, sparen en geld uitgeven. Het project bestaat uit tien bijeenkomsten, waarvan er tenminste acht voor ouders en vijf voor kinderen zijn. Zo kunnen kinderen bij het thema sparen bijvoorbeeld een spaarboom maken, waarbij ze aan de slag gaan met het bedenken van hun spaardoelen. Voor ouders kun je denken aan bijeenkomsten waarin ze aan de slag gaan met stellingen rondom opvoeding en geld. Soms zijn de bijeenkomsten voor ouders en kinderen samen.
Het project wordt vaak gekoppeld aan een welzijnsorganisatie, die de uitvoering op zich neemt. Het is echter wel van groot belang dat dit allemaal in samenspraak met deelnemende ouders gebeurt. Zij hebben een grote rol. Volgens Lakerveld en deelnemende ouders is dit één van de sterke punten van het project: ‘Ouders hebben inspraak en voelen zich serieus genomen door begeleiders. Als ze iets voorstellen wordt dit vaak ook doorgevoerd. Dit zorgt voor een gevoel van eigenaarschap bij deelnemers.’ Zo gaven ouders in een overleg bijvoorbeeld aan dat het soms lastig was tijd te vinden voor de bijeenkomsten. De groep kwam toen gezamenlijk tot het idee om een bijeenkomst aan het avondeten te koppelen. De kinderen gingen mee boodschappen doen, en rekenden bijvoorbeeld uit wat de goedkoopste saus was. Na de boodschappen gingen de deelnemers samen eten.
Verschillende rollen
De groepen worden begeleid door coaches. Een daarvan heeft ervaringskennis. Dat is binnen het project de ‘ervaringscoach’. Dat is iemand die zelf te maken heeft (gehad) met armoede. Daarnaast is er meestal een sociaal werker die ook betrokken is als coach. Verder is er altijd een kinderwerker aangesloten bij het project. De coaches en ouders bereiden de bijeenkomsten samen voor. De samenwerking met een ervaringsdeskundige is een vereiste binnen het project. De ervaringsdeskundige begeleidt de coaches en kan ook de groep begeleiden of op de achtergrond meewerken.
Een veilige omgeving voor gelijkwaardige uitwisseling
Een van de ervaringsdeskundigen binnen het project is Bibi Ansari. Zij is al vanaf het begin betrokken bij het project. Ze was naast teamlid ook onderdeel van de eerste groep gezinnen die meedeed aan het project. Ansari, zelf moeder, weet uit ervaring hoe het is om met weinig geld rond te moeten komen. Tot op de dag van vandaag is ze nauw betrokken bij het project. Ansari heeft een duidelijke visie op ervaringskennis en -deskundigheid en vertelt wat de meerwaarde is van het benutten van deze kennis binnen het project. ‘Door ervaringskennis te gebruiken, creëer je een veilige sfeer binnen de groep. Pas dan kom je erachter wat er echt speelt bij mensen’, aldus Ansari. Doordat ervaringscoaches en -deskundigen hun eigen ervaringen delen, voelen deelnemende ouders zich ook veiliger om over hun worstelingen met (zak)geld te praten. Maar ook over andere onderwerpen. Ansari hoort van ouders dat ze zich welkom voelen, en soms zelfs dat ze zich thuis voelen. ‘Ze zeggen: ‘Eindelijk, zij begrijpt echt wat ik en mijn kinderen doormaken.’ Dat is één van de belangrijkste opbrengsten van het project.
Door ervaringen te delen kunnen deelnemers beter van en met elkaar leren over omgaan met (zak)geld. Dit zorgt er daarnaast voor dat deelnemers het gevoel hebben van betekenis te zijn, zegt Ansari. ‘Door ervaringen in te zetten om andere mensen te helpen, voelen deelnemers zich van waarde. Ze voelen dat ze ertoe doen, omdat het delen van hun ervaring leerzaam of waardevol is voor de ander.’ Het gebruik van ervaringskennis verkleint de afstand tussen deelnemers en coaches, en vergroot de menselijkheid. ‘Door gelijkwaardige uitwisseling leer je om milder te zijn voor elkaar en voor jezelf’, vertelt Ansari.
Het creëren van die veilige omgeving met behulp van ervaringscoaches is echter niet eenvoudig. Daarom is de rol van de ervaringsdeskundige zo belangrijk. Het delen van je ervaringskennis kan namelijk zorgen voor spanning en onzekerheid. Want wat deel je precies over je eigen leven? En hoe begeleid je een groep? Dit zijn vaardigheden die een ervaringscoach niet per definitie heeft. Een ervaringsdeskundige kan hierbij helpen. Lakerveld: ‘De ervaringsdeskundige kan met de ervaringscoach meedenken over wat het voor die persoon betekent om hun verhaal te delen. Hoe ver ben je daarin? Hoe zorg je ervoor dat de inzet van je ervaringen functioneel en ondersteunend zijn voor anderen?’
Op je handen zitten
Het is belangrijk om de juiste omstandigheden te creëren om mee te doen. Niet alleen voor de deelnemers (denk aan het bieden van een vergoeding voor reiskosten en deelname), maar ook voor de ervaringscoaches en -deskundigen. Zo moet er duidelijkheid zijn over de beloning voor de verschillende rollen binnen het team. Daarnaast blijft het een uitdaging om eigenaarschap te creëren bij deelnemers van het project. Dat is belangrijk, omdat dit een project is dat draait op de inzet en kracht van deelnemende ouders en kinderen. Samen bepaal je bijvoorbeeld vooraf wat je wilt leren in de bijeenkomsten. Ervaringscoaches spelen hier een belangrijke rol in. Lakerveld: ‘Soms moet je echt op je handen zitten. Dat is lastig, want wij als onderzoekers en de sociaal werkers willen graag helpen. Maar het is belangrijk dat de deelnemers het zelf doen: zelf actie ondernemen, meedenken en meedoen.’ Volgens Ansari is dit soms best een hoge ambitie, omdat mensen het tegenwoordig vaak gewend zijn om geleid te worden. Het vraagt dus een omslag in hun denkwijze. Ansari: ‘Het ZakgeldProject pakt op elke plek verschillend uit. Een flexibele en faciliterende houding van de groepsbegeleiders en coaches is nodig. Daarmee kun je goed aansluiten bij de behoeftes van de groep. Laat je verwonderen door het potentieel van de ouders zelf en geef hen de mogelijkheid hun eigen talenten in te zetten.’
Een gids voor mensen die ook aan de slag willen
Om andere mensen te helpen met het opzetten van een ZakgeldProject in hun eigen gemeente is er een gids. Hierin staat onder andere beschreven wat het doel van het project is, hoe je het opstart, wie je nodig hebt, en welke rollen binnen het team vervuld moeten worden. Ook doet de gids suggesties voor de soorten bijeenkomsten die je kunt organiseren. De gids is in begrijpelijke taal geschreven, zodat iedereen ermee aan de slag kan. ‘Het moet niet zo zijn dat je een hbo of universiteitsdiploma nodig hebt om aan de slag te gaan met het ZakgeldProject. Dat vonden we heel belangrijk’, zegt Lakerveld. De gids is in 2023 vernieuwd op basis van nieuwe inzichten en geleerde lessen.
Plannen voor de toekomst
Op dit moment is het ZakgeldProject actief in meerdere gemeenten. Op het moment van schrijven gaan er bijvoorbeeld nieuwe groepen van start in Arnhem. Daarnaast zijn er plannen voor een uitbreiding naar een groep die gericht is op kinderen ouder dan 12 jaar. Lakervelds droom is dat het project op termijn een standaardonderdeel wordt van elke welzijnsorganisatie in Nederland. Ansari hoopt dat het project bijdraagt aan het erkennen van de waarde van ervaringen van mensen. ‘Mensen vergeten soms dat het een eerste levensbehoefte is om gehoord en gezien te worden. De inzet van ervaringskennis en -deskundigheid helpt om dat mogelijk te maken binnen projecten’, aldus Ansari.
Het ZakgeldProject is ook opgenomen in de interventiedatabank van Movisie, met de beoordeling 'goed onderbouwd'. Deze is hier te vinden.
Zelf aan de slag met dit project? Bekijk de gids en de materialen op deze site.