Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid
Ouders spelen een belangrijke rol bij de taalontwikkeling van hun kinderen. Maar het lukt niet alle ouders om thuis op een positieve manier met taalontwikkeling bezig te zijn. De gezinsaanpak kan hierbij helpen.
Het is een brede aanpak, waarbij meerdere afdelingen binnen de gemeente betrokken zijn. Daarbij stuur je als gemeente een netwerk aan van lokale partners, die ook uit verschillende domeinen komen. Samen ontwikkel je beleid dat gezinnen ook echt ondersteunt.
Bron
- Organisatie Stichting Lezen Schrijven
- Contactgegevens saskiatenhouten@lezenenschrijven.nl
- Link naar website https://www.gezinsaanpak.nl/
- Dit kennisbankartikel is toegevoegd door Stichting Lezen en Schrijven
De gezinsaanpak richt zich op het doorbreken van het patroon van laaggeletterdheid, door ouders:
- bewust te maken van hun rol bij de taalontwikkeling van hun jonge kinderen.
- handvatten te geven, zodat ze de taalontwikkeling van hun kinderen beter kunnen stimuleren.
- uit te nodigen ook met hun eigen taalvaardigheid aan de slag te gaan.
Stappenplan
Als hulpmiddel voor gemeenten die aan de slag gaan met de gezinsaanpak geletterdheid is een stappenplan gemaakt:
- Werk aan bewustwording.
- Werk samen en bouw een netwerk.
- Formuleer concrete doelen.
- Bepaal een passende aanpak.
- Maak afspraken over meten en bijsturen.
Het stappenplan is bedoeld voor alle ambtenaren, die betrokken zijn bij de lokale gezinsaanpak geletterdheid. Maar het kan ook interessant zijn voor gemeentelijke bestuurders en professionals van andere lokale organisaties, die hier een rol in spelen. In de verschillende stappen vind je tips en voorbeelden van andere gemeenten, die handig kunnen zijn bij het bepalen van je eigen aanpak.
Bouwstenen
De zes bouwstenen helpen je bij het uitvoeren van de stappen:
- Netwerk en beleid
- Financiering
- Expertise
- Activiteiten
- Monitoring en onderzoek
- Communicatie
Samenwerking
Het project Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid helpt gemeenten bij het nemen van die regierol. Het project wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, door een samenwerking tussen Stichting Lezen (penvoerder), Stichting Lezen en Schrijven en de Koninklijke Bibliotheek.