Skip to main content

Hans Janssen is taalhuiscoördinator bij DigiTaalhuis De Kempen. Zijn werkgebied is Bladel, Eersel, Reusel-de Mierden en Bergeijk. Inmiddels doet hij het werk al bijna twee jaar en met veel plezier. ”Het is een baan met veel afwisseling, dat vind ik heel erg leuk”, vertelt hij enthousiast. “En ik kan vaak zelf mijn uren indelen, waardoor ik het makkelijk kan combineren met mijn eigen praktijk in leefstijlcoaching.”

Wat zijn jouw taken als taalhuiscoördinator?

 

Als taalhuiscoördinator ben ik verantwoordelijk voor de professionalisering van het DigiTaalhuis en het bereiken van onze doelgroep NT1’ers. Hierdoor heb ik een breed takenpakket, dat bestaat uit bijvoorbeeld:

  • Zorgen voor een goede samenwerking met partners in het taalnetwerk. En het uitbreiden van het taalnetwerk.
  • Het aanbieden van lesmaterialen en cursussen, die passen bij de leervragen van mensen.
  • Ervoor zorgen dat er genoeg vrijwilligers zijn. En dat de professionals en vrijwilligers in het netwerk getraind zijn.
  • Betrokken zijn bij het ontwikkelen van campagnes en publieksactiviteiten voor meer bekendheid over beperkte basisvaardigheden.
  • Aanwezig zijn op het Informatieplein in de bibliotheek.
  • Gesprekken voeren met mensen, die moeite hebben met hun basisvaardigheden.
  • En de bewustwording van lage basisvaardigheden vergroten in de regio.

Daarnaast zit ik in een werkgroep en een stuurgroep. In de werkgroep zit ik samen met cursusaanbieders en beleidsmakers. Dit zorgt voor een verbinding tussen het beleid en het werk zelf. De stuurgroep bestaat uit directeurs van de partners en wethouders van de gemeenten. Ook heb ik regelmatig overleg met collega-taalhuiscoördinatoren van onze arbeidsmarktregio. Dan delen we veel informatie en ervaringen met elkaar. We proberen zoveel mogelijk samen te werken.

Alles bij elkaar is het best veel werk. En je kunt nou eenmaal niet alles doen. Daarom bespreken we in de werkgroep welke taken en doelen het belangrijkst zijn. En in de overleggen met collega-Taalhuiscoördinatoren hebben we bijvoorbeeld de thema’s werkgeversaanpak, communicatie en gezinsaanpak verdeeld. Zodat we niet allemaal alles hoeven te doen, en onze aandacht beter kunnen verdelen.  

 

Hoe ziet jouw werkweek eruit?

Op maandag had ik een overleg met mijn werkgever Bibliotheek De Kempen en het ontwikkelteam. Hierna had ik nog een overleg met de directrice en een andere taalhuiscoördinator, om een gesprek met de stuurgroep voor te bereiden. Daarna ging ik naar Eindhoven voor de sessie van Brainport voor Elkaar. En in de avond ging ik met een nieuwe vrijwilliger mee naar onze NT1-klas.

Op woensdagochtend had ik overleg met een vrijwilliger, die een smartphone-cursus aanbiedt. In de middag nam ik deel aan een informatieplein. Dit is een inloopspreekuur in de bibliotheek met meerdere partijen, zoals sociale raadslieden, het IDO en de thuisadministratie van de welzijnsorganisatie. De inwoners van De Kempen kunnen dan bij ons terecht met hun vragen. Daarna had ik nog een overleg met onze partners Cordaad Welzijn en Taalkracht over het inzetten van een Praatplaat om basisvaardigheden te bespreken.

Op vrijdag stond een training voor NT1-taalvrijwilligers op de planning. En had ik nog een gesprek met de teamleider van ambulant begeleiders. Om te kijken hoe we hen kunnen ondersteunen, bij vragen die zij hebben en krijgen over hulp bij het verbeteren van lage basisvaardigheden.  

Deze week had ik veel afspraken staan. Maar volgende week is dit bijvoorbeeld minder. Dan ben ik meer bezig met het beantwoorden van e-mails en met de campagne.

Hoeveel deelnemers hebben jullie?

We hebben een leesclubje met twee NT1-deelnemers en een taalles met acht NT1’ers. Daarnaast hadden we het afgelopen jaar 3 nieuwe NT1-aanmeldingen. Verder hebben we voor de cursus digitale vaardigheden meerdere klassen met 6 tot 8 deelnemers. En hebben we zo’n 250 NT2’ers, die deelnemen aan Nederlandse les, Taalmaatjes en Taalcafés.

Welke materialen gebruiken jullie?

We zorgen voor verschillende lesmaterialen in ons aanbod. Zoals Klik & Tik, Digisterker, DigiVitaler en een smartphone-cursus. Ook gaan we de Marktplaats camouflagecursus opnieuw inzetten. Eerder hadden we ook de camouflagecursus Gek op je supermarkt-app, maar hiermee bereikten we onze doelgroep niet.

Met hoeveel vrijwilligers werk je?

Er zijn zo’n 15 tot 20 vrijwilligers die direct onder mijn verantwoordelijkheid vallen. Maar in totaal zijn zeker 80 vrijwilligers betrokken bij het DigiTaalhuis. Via de bibliotheek, de Taalmaatjes en de taalcafés.

Wat waren voor jou de grootste uitdagingen?

Dat het lang kan duren, voordat plannen worden uitgevoerd. Je moet echt volhouden en vasthouden aan je doel. Daarnaast is het soms best een uitdaging om rekening te houden met alle belangen die er zijn. Van de organisaties, maar ook de persoonlijke belangen van de vrijwilligers. Dat merk je bijvoorbeeld goed bij veranderingen. Die zijn niet voor iedereen even makkelijk. Dan is het voor mij belangrijk om hier rekening mee te houden in de omgang. Want het werk dat vrijwilligers doen, is super waardevol!

Wat vind je het leukste aan je werk?

Het contact met mensen die aan de slag zijn gegaan met het verbeteren van hun basisvaardigheden. Je ziet wat dit met hen doet en hoe trots ze zijn. Dat is het mooiste aan mijn werk. En ik vind het ook erg leuk, om mensen in mijn eigen omgeving aan te moedigen om hun basisvaardigheden te verbeteren. Het bereiken van NT1’ers is lastig, maar ik zie het ook als een uitdagende puzzel.

Heb je tips voor andere of toekomstige taalhuiscoördinatoren?

  • Onderhoud je contacten. Vaak kost het tijd, voordat je echt kan beginnen met een project. Maar zorg ervoor dat je tussendoor in beeld bent bij partners en dat ze aan je denken.
  • Houd vol en houd vast aan je doel. Ga op zoek naar enthousiaste organisaties, die klaar zijn om aan de slag te gaan. En waarmee je ook kansen ziet om de doelgroep te bereiken.
  • Praat niet alleen over de doelgroep, maar ook mét de groep. Zodat je weet wat er bij mensen speelt. Kom achter je bureau vandaan, en ga de maatschappij in.

Voorbeelden uit de praktijk

In onze regio is veel vraag naar taallessen voor anderstaligen. Zo ook bij een groep Oekraïners, die verblijven in een hotel. We zijn toen taallessen gaan organiseren in het hotel. Een goed voorbeeld van het vinden van een oplossing en voldoen aan de leervraag met tijdelijk aanbod. 

Een ander mooi voorbeeld is de samenwerking met een vrijwilliger, die zelf een Smartphone cursus had ontwikkeld. De bibliotheek heeft ook een eigen Smartphone cursus. En je wil elkaar natuurlijk niet dwarszitten, maar juist aanvullen. We hebben toen samen besloten om een basiscursus en een verdiepende cursus te geven. Zodat beide cursussen kunnen worden aangeboden. We hadden verwacht hiervoor 2 klassen te kunnen vullen. Maar er kwamen maar liefst 60 aanmeldingen binnen!

Er zijn verschillende manieren om de rol van taalhuiscoördinator uit te voeren. Wat doe jij anders dan jouw voorganger?

Mijn voorganger had het thema laaggeletterdheid al heel goed op de kaart gezet. Ze deed gewoon heel erg veel. Ze heeft bijvoorbeeld heel veel organisaties benaderd. En meegeholpen bij het opzetten van taalcafés en taalklassen. Ze had contact met de NT1 doelgroep. En ze deed ook de intakegesprekken van de NT2’ers. Maar dat vond ik te veel tijd kosten, dus heb ik dat aangepast. Nu gaan de NT2-aanmeldingen direct naar Taalkracht en Cordaad Welzijn. Op deze manier heb ik meer tijd voor onze NT1-doelgroep.    

Maar ik heb ook dingen veranderd, die ik nu weer terug ga draaien. Toen ik net begon met deze baan, wilde ik de NT1’ers vooral bereiken via organisaties. Zoals via het UWV en Schuldhulpverlening. Ik zorgde dat de contactpersonen getraind werden in het bespreekbaar maken van laaggeletterdheid. Zodat partners zelf het gesprek konden aangaan met mensen, die moeite hebben met lezen en schrijven. Maar daar kom ik nu toch een beetje van terug. Want deze manier van werken, maakt je ook afhankelijk van je contactpersonen. En dat is niet handig, want op dit moment is er veel wisseling als het gaat om personeel.

Daarom ga ik nu zelf meer het veld in. Ik ga me meer bezighouden met campagnes, die de bekendheid vergroten van lage basisvaardigheden. En ik ga zelf meer gesprekken voeren met onze doelgroep. Zodat we nog zichtbaarden worden en meer praten mét in plaats van óver de doelgroep.

 

Basis over basisvaardigheden Praktijkvoorbeeld Taalhuisprofessionals
Terug naar boven

Op de hoogte blijven?

Heb je interesse in meer informatie over basisvaardigheden? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.