Skip to main content

ECBO, onderdeel van stichting CINOP, heeft in opdracht van de ministeries die betrokken zijn bij het programma Tel mee met Taal (VWS, SZW, OCW, BKZ) een evaluatie uitgevoerd naar de subsidieregeling voor laagtaalvaardige werknemers. Het Expertisepunt Basisvaardigheden heeft hiervan een samenvatting gemaakt.

Bron

Tel mee met Taal 2016-2018 

Met het actieprogramma Tel mee met Taal 2016-2018 van de ministeries van OCW, SZW en VWS ondersteunde het kabinet organisaties, projecten en activiteiten die zich richtten op het voorkomen van laaggeletterdheid en het bevorderen van taalvaardigheid. Werkgevers konden middels een subsidieregeling cofinanciering aanvragen voor trajecten gericht op het verhogen van de taalvaardigheid van laaggeletterde werknemers. 

De overheid beoogde met de subsidieregeling taalscholing van laagtaalvaardige werknemers te stimuleren. Het doel was dat ten minste 100 bedrijven hun laagtaalvaardige werknemers aan een cursus laten deelnemen waardoor in totaal minstens 3.000 personen werden geschoold. Deze doelstelling is ruimschoots gehaald: er zijn 566 bedrijven die een taaltraject hebben aangeboden aan 9.800 werknemers. 

Het ging hierbij om een subsidie voor een opleidingstraject gericht op de taalvaardigheid die de werknemer beheerst op het referentieniveau 2F of lager en verzorgd door een opleider. Het traject mocht geen inburgeringscursus of een onderdeel daarvan zijn. De subsidieregeling voor taaltrajecten voor laagtaalvaardige volwassen werknemers van bedrijven is met vijf jaar verlengd en er zijn extra middelen beschikbaar.  

Algemene opbrengsten 

Uit de evaluatie komt naar voren dat de opbrengsten zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn: 

  • Zo draagt de regeling er op systeemniveau aan bij om werkgevers meer of structureler te laten investeren in taalvaardigheid op de werkvloer. 
  • Werkgevers die deel hebben genomen aan de subsidieregeling ervaren een verbeterde communicatie op de werkvloer, veiligheid op de werkvloer, een betere taakprestatie van werknemers en duurzame inzetbaarheid van werknemers. 
  • Werknemers geven aan dat het volgen van taalscholing heeft bijgedragen aan meer zelfvertrouwen, duurzame inzetbaarheid/persoonlijke ontwikkeling, een verbeterde sociale inclusie op het werk en privé en aan de leercultuur op de werkvloer. 

Opbrengst ervaren door werkgevers 

De opbrengst die werkgevers het duidelijkst ervaren heeft betrekking op persoonlijke ontwikkeling en communicatie op de werkvloer: werknemers zijn mondiger en durven collega’s meer/makkelijker iets te vragen. Vanuit de interviews komt ook naar voren dat er een cultuur ontstaat van meer begrip voor elkaar, omdat collega’s elkaar onderling beter begrijpen: interculturele communicatie verbetert.  

Andere door werkgevers genoemde opbrengsten zijn de betere communicatie met klanten doordat men in het Nederlands te woord wordt gestaan (en daarmee verbeterde klanttevredenheid), grotere veiligheid op de werkvloer, en een betere en duurzamere inzetbaarheid van werknemers; ze krijgen daardoor in sommige gevallen ook een vast contract en kunnen dus langer voor het bedrijf behouden blijven. 

Opbrengsten ervaren door werknemers 

Over het algemeen was de motivatie van de deelnemers (zowel NT1 als NT2) die het traject gestart waren hoog. Uit eerder onderzoek van De Greef (2018) kwamen al de volgende opbrengsten naar voren: 

  • Een meerderheid van de deelnemers kan door deelname aan het taaltraject de Nederlands taal op de werkvloer beter hanteren en toepassen (74%). 
  • Een meerderheid is gematigd positief is over de verbetering in het uitvoeren van hun taken op het werk (69%). 
  • Werknemers worden actiever in de omgeving: 
    • 50% wordt actiever in en rondom huis en gaat meer mensen ontmoeten; 
    • 48% neemt meer deel aan natuur- en sportactiviteiten; 
    • 38% ervaart minder in een isolementspositie te leven. 

Grootste groep laaggeletterden in Nederland heeft een baan 

In het onderzoek wordt aangehaald dat het beeld van laaggeletterdheid zoals dat in de media wordt geschetst niet herkend wordt door laaggeletterden of hun omgeving (in dit geval ook de werkgever). Door werkgevers erop te wijzen dat de grootste groep laaggeletterden in Nederland een baan heeft en dat ook laaggeletterden een leidinggevende positie kunnen hebben, kunnen zij zich ervan bewust worden dat laaggeletterdheid mogelijk ook in hun bedrijf voorkomt. 

De werving en motivering van NT1-werknemers vergt een andere aanpak dan die van NT2-werknemers. In de evaluatie wordt dan ook aanbevolen om te investeren in bewustwording rondom het herkennen en werven van laagtaalvaardige werknemers, met name waar het gaat om NT1’ers. 

Wilt u meer informatie?

  • Het ECBO heeft de belangrijke stappen die horen bij zo’n subsidietraject, op een rijtje gezet in een infographic: De werkgeversreis. 
  • Voor de kamerbrief met daarin de aanpak van laaggeletterdheid, klik hier.  
  • Voor meer informatie over de huidige subsidieregeling van Tel mee met Taal, klik hier. 
     
Basis over basisvaardigheden Onderzoek Beleidsmakers
Terug naar boven

Op de hoogte blijven?

Heb je interesse in meer informatie over basisvaardigheden? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief.