“Onze oudste vrijwilliger, Janny, is 88 jaar! Ze zit elke week in het Taalcafé.”
Ancella is adviseur Basisvaardigheden bij de Bibliotheek Rotterdam. Hanneke is Taalhuiscoördinator en specialist Basisvaardigheden bij Taalhuis Rotterdam. Het werkgebied van Ancella en Hanneke is de gemeente Rotterdam.
Waarom vertellen jullie sámen over de rol van Taalhuiscoördinator?
“In Rotterdam hebben we een bijzondere opzet”, begint Ancella. De onderdelen van de functie van Taalhuiscoördinator zijn bij ons verdeeld over meerdere collega’s. We hebben bijvoorbeeld drie specialisten Basisvaardigheden. Hanneke richt zich op taal, een andere collega houdt zich bezig met digitale vaardigheden en een derde collega heeft vooral aandacht voor het Ontwikkelplein. Ikzelf ben erbij betrokken als adviseur.
Daarnaast hebben we geen opdracht van de gemeente om als centraal punt alle taalvragen te verzamelen en door te verwijzen naar passend aanbod. Daarom hebben we ook geen financiering uit de WEB. We zijn een Taalhuis, omdat we het als bibliotheek belangrijk vinden dat er een centrale plek is in Rotterdam, waar veel samenkomt."
Wat zijn jullie taken als Taalhuiscoördinator en Adviseur Basisvaardigheden?
“Maar de term Taalhuiscoördinator gebruik ik eigenlijk niet zo vaak. Ik ben verantwoordelijk voor het taalaanbod in tien vestigingen van de bibliotheek en de activiteiten die met taal te maken hebben. Ook houd ik me bezig met een deel van het vrijwilligersbeleid en de werving en selectie van vrijwilligers. Ze worden getraind en volgen workshops. Zo krijgen ze tips voor hun taalactiviteit en informatie over de doelgroep. Daarbij zorgen we ervoor dat ze elkaar kunnen ontmoeten om ervaringen uit te wisselen.
Verder ben ik coördinator van het Informatiepunt Taal en Digitaal. En regel ik dat alle materialen voor de Taalcafés en Leescafés op orde zijn. Ook ben ik projectleider van het belastingproject. Hierbij helpen we mensen bij het invullen van hun belastingaangifte.”
Ancella: “Ik adviseer mijn collega’s en leidinggevende over onze programma’s rondom basisvaardigheden en de lees- en schrijfmaterialen. En ik houd me bezig met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van basisvaardigheden. Ook onderhoud ik het contact met andere taalhuizen en bibliotheken in het land. Verder neem ik deel aan nieuwe samenwerkingen, bijvoorbeeld met de Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid. En ik ben de laatste tijd ook veel bezig met het verbeteren van de samenwerking tussen de verschillende teams in de bibliotheek. Zodat alles wat we doen, meer met elkaar verbonden is.”
Hoe ziet jullie werkweek eruit?
Hanneke: “Ik heb veel contact met de medewerkers Basisvaardigheden, zodat ik weet hoe het gaat met de activiteiten en de vrijwilligers. Ook ben ik vaak bij de activiteiten aanwezig, zodat ik weet wat er leeft bij de vrijwilligers en deelnemers. Bijna iedere week heb ik een kennismaking met een nieuwe vrijwilliger. Verder is er regelmatig overleg binnen de afdeling en tussen de verschillende taalaanbieders in het Taalnetwerk.”
Ancella: “Iedere werkweek is anders. Een groot deel van mijn werk bestaat uit het adviseren van ons team over basisvaardigheden. Ik heb ook een rol in het onderhouden van relaties. Hierdoor spreek ik wekelijks met meerdere organisaties om te kijken waar mogelijkheden zijn voor samenwerking.
Ons team bestaat uit 20 medewerkers, die zijn verdeeld over twintig vestigingen van de bibliotheek. We moeten van elkaar dus goed weten wat er speelt. En dat kost tijd. We spreken ook regelmatig met beleidsmedewerkers Taal van de gemeente, zodat we weten welke ontwikkelingen er zijn in de stad. Verder hebben we vergaderingen met het Taalnetwerk. Bijvoorbeeld om samen projecten op te kunnen pakken. Maar ook om te weten wie subsidie heeft gekregen, zodat we geen werk dubbel doen. We hebben iedere maand een trainingsochtend vanuit de bibliotheek of een partner, om onze kennis uit te breiden.”
Is het lastig om geen gebruik te kunnen maken van de WEB-gelden?
Ancella: “Nee eigenlijk niet. In Rotterdam is het niet zo, dat één organisatie de opdracht heeft gekregen om een Taalhuis te zijn. De WEB-gelden zijn verdeeld over meerdere partijen. Het non-formele aanbod met vrijwilligers noemen we in Rotterdam eigenlijk informeel. Wij hebben informeel aanbod, daarom kunnen we geen gelden vanuit de WEB krijgen. En als bibliotheek willen we geen formeel onderwijs aanbieden. We hebben goed contact met partners die wel gebruik maken van de WEB-gelden. Op deze manier weten we, naar welke organisatie we de deelnemers kunnen doorverwijzen.”
Wat zijn voor jullie de grootse uitdagingen?
Hanneke: “De centrale bibliotheek staat midden in de stad. Hierdoor komen veel mensen graag hier naar het Taalcafé. Maar er zijn nog veel meer Taalcafés in de stad. Ik zou graag een betere verdeling van deelnemers én vrijwilligers willen over de verschillende Taalcafés. We hebben Taalcafés in gebieden, waarvan we weten dat er behoefte is aan taalaanbod. Maar het is lastig om de doelgroep hier te bereiken. En om het beste moment te vinden voor het oefenen. Dat vind ik wel echt een uitdaging.”
Ancella: “En het blijft een uitdaging om genoeg digi-vrijwilligers te vinden. Mensen vinden zichzelf snel niet handig genoeg. Maar als je goede basiskennis hebt, is dit vaak voldoende om uitleg te geven aan iemand anders.”
Waar zijn jullie trots op?
“Op de vrijwilligers die ons iedere dag helpen. Onze oudste vrijwilliger, Janny, is 88 jaar! Ze zit elke week in het Taalcafé. En onze jongste vrijwilliger is 18 jaar. Het is gewoon heel bijzonder dat 150 mensen iedere week op vrijwillige basis komen helpen. Zonder hen zouden we dit werk echt niet kunnen doen.”
Kunnen jullie een mooi voorbeeld noemen uit de praktijk?
Ancella: “Ieder jaar vindt de Museumnacht plaats in Rotterdam. Dan zijn veel musea open in de avond en nacht. Dit jaar hebben we samen met de gemeente, Museumnacht en een aantal andere partners, voor het eerst de Taalnacht georganiseerd. Deelnemers van allerlei taalactiviteiten maakten in groepjes een wandeling door de stad. Zo’n 350 mensen deden mee. Het was een mix van taalcursisten en mensen die vaker musea bezoeken. Tijdens deze stadswandeling van stichting Walking en Talking, gingen taalcursisten en liefhebbers van kunst en cultuur samen op pad. Om te genieten van de musea én te oefenen met taal. Zo hebben we samen de Museumnacht meegemaakt. Het was een mooie en bijzondere avond.”
Tips van Hanneke en Ancella
- Onderhoud goede contacten met je netwerk.
- Investeer ook in relaties met andere lokale partners, die contact hebben met doelgroepen waar je zelf nog geen contact mee hebt. Voorkom dat je alleen werkt op ‘je eigen eiland’.
- Ga de werkvloer op. Zorg dat je aanwezig bent tijdens activiteiten. Praat met de deelnemers en vrijwilligers, zodat je weet wat er speelt en passend aanbod kan bieden.
- En superbelangrijk: investeer in goede training en begeleiding van je vrijwilligers en medewerkers. Dit bepaalt namelijk het succes van je activiteiten en de kwaliteit van je aanbod.