Wat motiveert je om aan de slag te gaan met basisvaardigheden?

Ik ben ervan overtuigd dat bijna iedereen het leuk vindt om nieuwe dingen te leren. Het verschilt alleen enorm per persoon wat je wilt leren, wanneer je dat doet in je leven en de manier waarop je leert. In ons scholingsysteem volg je als kind en jongere zoveel mogelijk onderwijs. Wil je als volwassene een opleiding doen, je omscholen of ben je nieuwkomer in Nederland en wil je de taal machtig worden? Dan is dat een hele klus en vaak een hele investering in tijd en geld. Gelukkig zijn er wel tal van initiatieven, maar een voor iedereen toegankelijke basisstructuur voor volwassenen om zichzelf te kunnen blijven ontwikkelen hebben we niet echt.

Bij Het Begint met Taal versterken we taalcoaching en ondersteunen we ruim 200 initiatieven in het begeleiden van 1-op-1 maatjes, taalcafés en conversatiegroepjes. Op deze manier willen we zoveel mogelijk nieuwkomers, zoals laaggeletterden, vluchtelingen en arbeidsmigranten verbinden met vrijwilligers door middel van taal. Ik word enthousiast om slimme manieren te verzinnen om taalcoaching effectief te organiseren, zodat het kwalitatief is én vooral ook heel erg leuk. 

Wat ik geweldig vind aan het werkveld basisvaardigheden is dat er zoveel enthousiasme, gedrevenheid en expertise is bij mensen. Zelf heb ik enorm veel geleerd – en dat doe ik nog steeds – van mensen die al decennialang in het werkveld actief zijn. Wat ik merk is dat er een grote bereidheid is om kennis te delen en elkaar verder te brengen, dat vind ik erg motiverend.

Wat is je grootste struikelblok / uitdaging geweest? 

Iedereen die zich met basisvaardigheden bezighoudt – of het nu om formeel onderwijs, taalcoaching of andere non-formele trajecten gaat- herkent vast dat er altijd heel veel te doen is. Al zolang ik weet is er bijvoorbeeld veel meer vraag van anderstaligen naar ondersteuning bij het leren van de taal en sociale contacten opdoen, dan dat er aanbod is. Er is dus continu te weinig aanbod voor deze volwassenen, van wie we als samenleving graag willen dat ze meedoen. Voor alle mensen in de praktijk is dit een grote uitdaging, die in het afgelopen jaar alleen maar is gegroeid. Hierdoor moeten we als netwerk criteria opleggen; wanneer iemand wel of niet mee kan doen. Echt zo zonde en een gemiste kans. Ik maak me hier grote zorgen over. Helaas kan ik dus niet spreken van een uitdaging die inmiddels is opgelost. 

Wat was voor jou een bijzonder moment?

Het meest bijzonder blijf ik toch de verhalen vinden van mensen – nieuwkomers en vrijwilligers – die vrienden worden. Wat we met taalcoaching doen is eigenlijk zo simpel. Je brengt mensen die interesse hebben in elkaar en waarvan de een de taal spreekt en de ander diezelfde taal wil leren bij elkaar. Mensen hebben bijna altijd wel een leuke tijd, maar het gebeurt ook regelmatig dat het veel meer is dan dat. Dat mensen elkaars feestdagen samen gaan vieren en echt onderdeel worden van elkaars leven. 

Ik geloof dat vertrouwen in jezelf een belangrijke basis is voor leren en je te kunnen ontwikkelen als mens. Dit geldt voor iedereen: of je nu als nieuwkomer de Nederlandse taal leert of je inzet als taalvrijwilliger. En rollen kunnen daarin verschuiven. Je kunt op het ene moment degene zijn die een ander iets leert, en iets later juist iemand nodig hebben die jou daarin ondersteunt. Dat is het mooie, dat het in de basis gelijkwaardig is. 

Heb je een droom die je nog graag zou willen verwezenlijken? Welke is dat? Wat heb je daarvoor nodig?

Het is misschien heel soft, maar ik denk echt dat we elkaar als mensen te weinig tegenkomen. Dus in mijn ideale wereld hebben we veel meer contact met elkaar en voeren we gesprekken. Ze zeggen dat je gelukkiger wordt als je elke dag 10 minuten met een vreemde praat. 

In relatie tot taalcoaching zou ik heel graag willen dat we veel meer mensen gaan bereiken. Als je ziet hoe groot de behoefte is bij nieuwkomers dan is er nog enorm veel te doen. Daarvoor is het nodig dat we genoeg mensen vinden die taalvrijwilliger willen worden. Dat vraagt om extra inspanningen en nieuwe ideeën.

Welke tip wil je anderen meegeven?

Zorg dat je met de juiste dingen bezig bent en blijf daarop gefocust. Doe liever 1 ding heel goed, dan 10 dingen halfjes. Reflecteer regelmatig met je collega’s, deelnemers, partners, vrijwilligers enzovoort of wat je doet nog goed genoeg werkt en hoe het beter kan. Werk dus niet alleen IN je organisatie, project of aanbod, maar er ook AAN. Het is een open deur, maar juist op het domein basisvaardigheden is het zo makkelijk er van alles bij te betrekken. Daardoor vergeten we soms het belangrijkste: in gesprek gaan met de mensen waar het om gaat. En verder: wees trots op wat je doet!